Endosmose
[zie osmose] het gaan van vloeistof door halfdoorlatende wand van buiten naar binnen, bijv. bij levende cel wanneer de concentratie van opgeloste stoffen in de cel zelf hoger is dan daarbuiten (vgl. exosmose).
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[zie osmose] het gaan van vloeistof door halfdoorlatende wand van buiten naar binnen, bijv. bij levende cel wanneer de concentratie van opgeloste stoffen in de cel zelf hoger is dan daarbuiten (vgl. exosmose).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
G. Th. van Kempen (1974)
diffunderen van opgeloste stoffen uit de vloeistof waarin de cel zich bevindt, naar de vacuole, ➝ exosmose.
Veerman (1954)
is het diffunderen van opgeloste stoffen uit de vloeistof, waarin de col zich bevindt naar de vacuole. De osmotische waarde van het celvocht wordt hierdoor verhoogd. Het tegengestelde proces heet exosmose.
Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)
(< → endo-, + → osmose). Doorgang van een vloeistof door een semipermeabelen wand naar binnen. Het onderscheid tussen endosmose en exosmose werd gemaakt door Dutrochet (1776-1847).
M. J. Koenen's (1937)
v. (Gr. endo + osmos = stoot: nat. doorzweting, opzuiging door scheidswanden, vliezen enz. heen, waarbij een vloeistof uit de omgeving naar een afgesloten ruimte gaat); lees endosmoze.
Jozef Verschueren (1930)
v. Natk. osmose, waarbij de minder dichte vloeistof, door de dichtere wordt opgezogen. Tgst. exosmose.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: