Emmer (voorwerp)
m. (-s), van boven open (of met een deksel afsluitbaar) vat, met hengsel voor het vervoeren en bewaren van allerlei stoffen: het lekt hier, zet er maar een emmer onder; m.n. vuilnisemmer: doe de schillen maar in de emmer; het regent of het met emmers uit de hemel gegoten wordt, het regent verschrikkelijk hard; met de inhoud: een water, melk, aardap...