Emaneren
(emaneerde, heeft en is geëmaneerd), (<Fr.), uitvloeien, uitgaan, afkomstig zijn; een Koninklijk Besluit emaneert uit een wetsartikel, vloeit daaruit voort.
Van Dale Uitgevers (1950)
(emaneerde, heeft en is geëmaneerd), (<Fr.), uitvloeien, uitgaan, afkomstig zijn; een Koninklijk Besluit emaneert uit een wetsartikel, vloeit daaruit voort.
Wiktionary (2019)
emaneren - Werkwoord 1. voortvloeien, voortkomen uit 2. uitstralen, uitstoten Woordherkomst afgeleid van het Franse émaner (met het achtervoegsel -eren) Verwante begrippen emitteren
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
(emaneerde, heeft geëmaneerd) [Fr. < Lat. emanare d. i.] 1. Eig. uitvloeien, uitstromen, uitstralen. 2. Metf. afkomstig zijn, uitgaan: dat besluit emaneert van hem.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Fr., uitgaan] (emaneerde, heeft en is geëmaneerd), uitvloeien, uitgaan, afkomstig zijn: een Koninklijk Besluit emaneert uit een wetsartikel, vloeit daaruit voort.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: