Ekron
stad der Filistijnen (Joz. 13 : 3).
Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)
Ekron (hebreeuws eqron) was één van de vijf steden der Filistijnen in het noorden van hun gebied (Joz 13,3; Ri 1,18), waar het heiligdom stond voor Baal-Zebub (2Kg 1,2-6). Op grond van archeologische vondsten kan de ligging thans vrij zeker vastgesteld worden in chirbet el-muqanna' ten oostnoordoosten van Asdod. De profeten maken enige malen...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)
Filistijnse stad, Joz. 13 : 3; waar de ark Gods is geweest, 1 Sam. 5 : 10; 6 : 16; 7 : 14; waarheen de verslagenen vluchtten uit het Dal der Terebinten, 1 Sam. 17 : 52; de stad waar Baäl-Zebub vereerd werd, 2 Kon. 1 : 3; waarvan de profeten het onheil dat komen zou aankondigden Am. 1 : 8, Zach. 9 : 5, 7, Jer. 25 : 20 en waarvan geprofeteerd werd da...
F.W. Grosheide (1926)
Een belangrijke stad der Filistijnen in het Noorden van het land der Filistijnen gelegen. Het heeft wel eens behoord tot den stam van Juda (Joz. 15 : 45) en ook wel tot den stam Dan (Joz. 10 : 43). Het is echter later aan de Filistijnen gebleven. In Ekron kwam eenigen tijd de ark des verbonds (1 Sam. 5:10). In Samuels tijd was het Israëlitisc...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Ekron - Thans Akir, de Noordelijkste v. d. vijf groote steden der Filistijnen; de Grieksche vertaling v. h. O. Test. noemt haar Akkarôn, de Assyr. teksten Amkarroena („E.” is ontstaan uit Ekkerôn). E. was belangrijk door het orakel v.d. „vliegengod” Baal-Zeboeb (2 Kon. 1, 2; zie BAAL), en ook door haar gunstige ligging bij den handelsweg door de ku...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
in de oudheid in Palestina een van de vijf steden van de -»-Filistijnen; grensstad met Juda, die voortdurend van bezitter wisselde (Joz.15 en 19; Recht.1). Ekron is te identificeren met het huidige Agir of met Qatra.
Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)
1) eene stad in den stam Juda, door de Philistijnen bemachtigd, door de Israëlieten heroverd ; toen koning Ahazia te Samaria ziek lag, ten gevolge van eenen val door een lichtraam in de opperzaal van zijn paleis, zond hij boden af naar BaalZebub, den afgod van E.,waaromde profeet Elia hem aanzeide, dal hij sterven moest, omdat hij zich niet to...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: