Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Ekron

betekenis & definitie

1) eene stad in den stam Juda, door de Philistijnen bemachtigd, door de Israëlieten heroverd ; toen koning Ahazia te Samaria ziek lag, ten gevolge van eenen val door een lichtraam in de opperzaal van zijn paleis, zond hij boden af naar BaalZebub, den afgod van E.,waaromde profeet Elia hem aanzeide, dal hij sterven moest, omdat hij zich niet tot den God van Israël gewend had (Jozua 13 : 3; 15 : 11, 45, 46 ; Richt. 1:18; 1 Sam. 5 : 10 ; 6 : 16, 17; 7 : 14; 17 : 52; 11 Kon. 1 ; 2, 3, 6, 16; Jerem. 25 ; 20; Amos 1:8; Zephanja 2:4; Zach. 9 : 5, 7).

2) stad in stam Dan (Jozua 19: 43).

< >