Wat is de betekenis van effectueren?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Effectueren

(effectueerde, heeft geëffectueerd), (<Fr.), ten uitvoer brengen, verrichten, verwezenlijken.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

effectueren

effectueren - Werkwoord

2025-07-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Effectueren

[Fr. effectuer] ten uitvoer brengen, verrichten, verwezenlijken.

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Effectueren

bewerkstelligen; ten uitvoer brengen

2025-07-27
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

effectueren

1. uitvoeren; 2. doen.

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Effectueren

uitvoeren, ten uitvoer brengen.

2025-07-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

effectueren

uitvoeren, uitwerken, tot stand brengen; bewerkstelligen, verwezenlijken.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Effectueren

[Fr.] (effectueerde, heeft geëffectueerd), ten uitvoer brengen, verwezenlijken.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)