Wat is de betekenis van een keutel en drie knikkers?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

een keutel en drie knikkers

(1932) (Barg.) bagatel, habbekrats. Variant: een scheet en drie knikkers. • Dan heb jij je saffiaantje, / Bruine schoene, kloft en pret. / En je wordt niet om een keutel / En drie knikkers vastgezet. (Willem van Iependaal: Liederen van de zelfkant, 1932) • Een scheet (of keutel) en drie knikkers of een forts (= flatus ventris) worden voo...