Eedaflegging (eedsaflegging)
v. (-en), het afleggen van een eed. Begin 20e eeuw kwamen in Nederland bezwaren naar voren tegen de wijze van eedsaflegging, m.n. tegen de formulering die een aanroepen van God meebrengt (‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig’). De Eedswet 1916 schiep mogelijkheden de eed in bepaalde gevallen door de belofte (‘dat beloof ik’)...