Wat is de betekenis van Echt (bn. en bw.)?

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Echt (bn. en bw.)

(-er, -st), 1. werkelijk hetgeen of degeen zijnde waarvoor het (de persoon) doorgaat; zuiver, niet vals: de echte prins; goud, echte paarten; onvervalst: de echte handtekening; niet geveinsd: medelijden; oprecht: een echte vriend; 2. bij uitnemendheid zijnde wat het zn. uitdrukt, daarvan alle kenmerken vertonend, in optima forma: een echte dame; e...