Wat is de betekenis van Ébrécher?

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Ébrécher

schaarden maken in, stukken breken uit, beschadigen; een bres maken in, afbreuk doen aan.

Gerelateerde zoekopdrachten