Du sublime au ridicule il n’y a qu’un pas
Tusschen ’t verhevene en ’t belachelijke ligt slechts ééne schrede. Woorden, door Napoleon I op zijn vlucht uit Rusland herhaaldelijk gesproken tot zijn gezant De Pradt in Warschau. (S. de Pradt, Histoire de l’ambassade dans le Grandduché de Varsovie en 1812, Berlin 1816.).