Wat is de betekenis van drum?

2025-07-28
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

drum

(zelfstandig naamwoord) [alg.] vat - Vliegtuigen wierpen vaten met hulpgoederen af. [muziek] trommel - De kleine trommel wordt bespeeld met stokken, de grote met een pedaal.

2025-07-28
Afkortingenlijst Vlaanderen

Team taaladvies (2020)

DRUM

Duurzaam Ruimtegebruik en Mobiliteit

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

drum

drum - Zelfstandignaamwoord 1. vat vooral van vloeistoffen als olie, olievat 2. trommel van een drumstel drum - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drummen ♢ Ik drum 2. gebiedende wijs van drummen drum! 3. (bij inversie)...

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

drum

drum - zelfstandig naamwoord 1. trommel in een drumstel ♢ Arie speelt op de drum Zelfstandig naamwoord: drum de drum de drums

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Drum

ijzeren vat; slaginstrument

2025-07-28
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Drum

(1) Trommel. Bij een laser afdrukeenheid is dit een holle cilinder, waaromheen de fotogeleider is gewikkeld. Deze trommel draait continu en voert de fotogeleider langs de verschillende stations gedurende het afdrukproces.(2) Een massageheugen, gebaseerd op een roterende cilinder met een oppervlak van magnetiseerbaar materiaal.

2025-07-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

drum

Dichte, zich verdringende menigte; - in de(n) drum geraken, (fig.) in de knel, in moeilijkheden raken. (Zie ook BO). Het geleek hier een echt moordenaarshol, en de notaris zag de dood voor ogen. Van nergens was er hulp te verwachten; geen middel om door dien drum heen, naar buiten te geraken, STREUVELS 1964, 124.

2025-07-28
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

drum

(de, -s), (ook:) metalen vat, i.h.b. olievat. Etym.: E.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Drum

trommel in jazzorkest; drummer: bespeler van een drum.