Wat is de betekenis van Drievlakshoek?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Drievlakshoek

m. (-en), lichaamshoek begrensd door drie vlakken.

2025-07-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

DRIEVLAKSHOEK

is het deel van de ruimte, dat door drie elkander in één punt snijdende vlakken (zie drievlak) wordt begrensd. De vlakke hoeken, door de drie snijlijnen of ribben gevormd, heten de zijden, en de tweevlakshoeken, door de drie vlakken twee aan twee gevormd, de hoeken van de drievlakshoek. Indien men uit een punt bin...

2025-07-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Drievlakshoek

Drievlakshoek - Ruimtefiguur, opgebouwd uit drie vlakken in ’t bijzonder beschouwd uit het oogpunt van de maten, die erbij voorkomen. De drie snijlijnen der vlakken twee aan twee heeten de ribben, de hoeken, die telkens twee ribben maken, heeten de zijden, de tweevlakshoeken van de vlakken twee aan twee heeten de hoeken van den drievlakshoek. Sommi...

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Drievlakshoek

m. (-en), ruimtelijke figuur, bestaande uit drie vlakken. De drie snijlijnen van de vlakken van een drievlakshoek heten de ribben; de hoeken, die telkens twee ribben maken, heten de zijden; de tweevlakshoeken van de vlakken twee aan twee heten de hoeken van de drievlakshoek. Sommige stellingen aangaande de drievlakshoek vertonen enige gelijkenis me...

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Drievlakshoek

DRIEVLAKSHOEK, m. (-en), lichaamshoek begrensd door drie vlakken.

Gerelateerde zoekopdrachten