dorstige ziel
(17e eeuw) (sch.) iemand die dorst heeft. Ontleend aan het Oude Testament (Ps. 107:9): 'omdat Hij de dorstende ziel heeft gelaafd.' • WY, aan lant getreden, liepen gezwindelijk naar een stroom, die niet verre van de plaats was, daar wy aan gekomen waren; en wy laafden en verquikten onze afgematte en dorstige ziel. (Albrecht Herport, Volquardt...