Dooierzak
m.
G. Th. van Kempen (1974)
embryonaal hulporgaan bij vogels, reptielen en vissen. Heeft tot taak het verwerken van dat deel van de dooier dat buiten het embryo ligt. In de wand van de dooierzak ontwikkelen zich bloedvaten die het voedsel uit de dooier kunnen afvoeren.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Veerman (1954)
is het restje van de dooier, dat al naar gelang de ontwikkeling van het embryo verder voortschrijdt, kleiner wordt. Vissen worden met een d. geboren die in de trop. gebieden in 1 of 2 dagen wordt opgeteerd, in de poolstreken gedurende ruim 2 maanden voedsel geeft aan de vislarve. Met de afsnoering van de d. wordt het vislarve-stadium beëindigd...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Saccus vitellinus) is het voedingsorgaan, waaruit bij vele gewervelde dieren het embryo tijdens zijn ontwikkeling voor opbouw van het lichaam zich de noodige voedingsstoffen verschaft. De dooierzak blijft door een steel (dooiergang) via den navel met het embryo verbonden. Naar mate den inhoud aan dooiermateriaal, is deze zak grooter of geringer on...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-ken), deel van de vruchtvliezen. De dooierzak is het deel van de vruchtvliezen van een embryo dat de dooier omgroeit en zorgt voor het transport van voedingsstoffen naar het embryo. Bij zoogdieren, die weinig dooier hebben, is de dooierzak slechts rudimentair.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: