Donderpad
v. (-den), 1. kikkervisje, dikkop; 2. een vissengeslacht (Cottus).
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
familie van vissen. vis of vissoort behorende tot een specifieke vissenfamilie van gespikkelde vissen zonder zwemblaas die in zoet water, zout water en brak water voorkomen; ook: familie van gespikkelde vissen zonder zwemblaas die in allerlei ondersoorten ingedeeld kan worden. Omdat het enkelvoud voor een vissoort uit een familie van viss...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Winkler Prins (1949)
dikkop, kikkervisje. Ook de naam van een vis, behorende tot de Schorpioenvissen (Cottus scorpius en C. gobio).
M. J. Koenen's (1937)
v. -padden (visje in stromend water, Lat. cottus gobio; ook: pootloze larf van de kikvors).
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Cottus) is een geslacht der beenvisschen, behoorende tot de familie der schorpioenvisschen (Cottidae). Zij kenmerken zich, doordat de eerste stekelige rugvin korter is dan de zachte tweede en doordat in de aarsvin geen stekels aanwezig zijn. Het zijn meestal kleine, zeer vraatzuchtige zeevisschen; slechts weinig soorten leven in zoet water. Hoofdz...
Jozef Verschueren (1930)
v. (-den) pad die bij donderweer verschijnt nl. 1. riviervis in onze streken, met brede platte, van stekels voorziene kop, die breder is dan het lichaam (Cottus) : de -den laten zich vooral bij donderbuien zien. 2. pootloze larf van de kikvors : men meende vroeger dat -den bij onweersbuien neerregenden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: