Wat is de betekenis van discontinuïteit?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Discontinuïteit

v., onderbrokenheid.

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

discontinuïteit

discontinuïteit - Zelfstandignaamwoord 1. plaats waar continuïteit ophoudt, een onderbreking Woordherkomst afgeleid van continu met het voorvoegsel dis- en met het achtervoegsel -iteit

2025-07-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Discontinuïteit

[Fr. discontinuité] gebrek aan continuïteit, aan samenhang.

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Discontinuïteit

onderbreking

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Discontinuïteit

afbreking, gebrek aan samenhang; gaping

2025-07-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

discontinuïteit

v. gebrek aan samenhang, gaping.

2025-07-26
Vreemde woorden in de wiskunde

Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)

Discontinuiteit

(→ discontinu). 1) De eigenschap van het niet continu zijn. 2) De functie f(x) heeft voor x = a een discontinuiteit, wanneer ze voor x = a niet continu is.

2025-07-26
Wijsgeerige kunsttermen

Dr. C.J. Wijnaendts Francken (1925)

discontinuïteit

Onregelmatigheid; zoo wat den tijd aangaat, een onderbroken verloop der waargenomen verschijnselen zonder regelmaat van voortzetting.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Discontinuïteit

v., het onderbroken zijn: de discontinuïteit van het ritme.