Dip: in een - zitten
Dip: in een - zitten - een inzinking meemaken. Ook uit een dip komen, geraken ‘moeilijkheden te boven komen’. Informeel. Het laatste jaar in Richter zat ik in een dip. Jan Lenferink in Nieuwe Revu, 02-05-91 Ze verschijnt maar zelden voor tien uur op het departement, in de middaguren verkeert ze, aldus een in NRC Handelsblad geciteerde informant, w...