Dier, beest
o. (-en), 1. levend wezen, niet tot de planten behorend, inz. begaafd met gevoel en willekeurige beweging (alleen in beperkt wetensch. zin met inbegrip van de mens): alleen bij de hoger ontwikkelde vormen kunnen dieren en planten scherp onderscheiden worden; de bouwkunst der dieren; de dieren des velds ; redeloze dieren ; pl...