dictator (diktator)
dicta'tor (diktator), [Lat. dictare, bevelen], m. (-s), 1. in het oude Rome opperste gezagvoerder in buitengewone omstandigheden die voor een bepaalde tijd en voor een bepaalde taak de onbeperkte macht, ook over leven en dood, verkreeg; 2. (moderne geschiedenis) onbeperkt, niet-vorstelijk gezaghebber, m.n. hij die zich tot heerser over een vo...