Wat is de betekenis van dibber?

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dibber

dibber - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dibberen ♢ Ik dibber 2. gebiedende wijs van dibberen dibber! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dibberen dibber je?

2025-07-24
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Dibber

taal, spraak; er hot kaan dibber; hij heeft geen goede voordracht; Hebreeuws diebboer; rede, woord.