dibber
dibber - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dibberen ♢ Ik dibber 2. gebiedende wijs van dibberen ♢ dibber! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dibberen ♢ dibber je?
Wiktionary (2019)
dibber - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dibberen ♢ Ik dibber 2. gebiedende wijs van dibberen ♢ dibber! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dibberen ♢ dibber je?
H. Beem (1975)
taal, spraak; er hot kaan dibber; hij heeft geen goede voordracht; Hebreeuws diebboer; rede, woord.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: