Deútzia grácilis SIEB. et zucc
Japan; 1 m. Zeer bekende, laag blijvende struik met lichtbruine, opgaand groeiende twijgen, donkergroene, lang toegespitste bladeren, in Mei-Juni zeer rijk bloeiend met zuiver witte bloemen in verlengde pluimen; voor laag blijvende heestervakken zeer aan te bevelen; deze soort kan bovendien ook zeer gemakkelijk in bloei getrokken worden, zij word...