deurluik
deurluik - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) een (getralied) luik in een deur ♢ Hij keek door het deurluik om te zien wie er voor de poort stonden. Woordherkomst samenstelling van deur en luik Synoniemen judasluik, klinket, spionnetje Verwante begrippen celdeur, judasoo...