Wat is de betekenis van dendrologie?

v., boomkunde.

dendrologie - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) de studie van boom|bomen, heesters en andere houtachtige planten Woordherkomst afgeleid van het Griekse: δένδρον 'dendron' (boom) met het achtervoegsel -logie Synoniemen boomkunde Verwante begrippen dendrologisch, dendroloog, dendrochronologie

[v. Gr. dendron = boom, en -logia = leer] leer der bomen en houtige gewassen, boomkunde.

wetenschap van de houtige winterharde gewassen.

boomkunde.

hout- of bomenkunde, beschrijving der bomen

Wetenschap van de houtige, winterharde gewassen. Scheiding van de harde, houtige gewassen van de overige flora is eigenlijk kunstmatig, maar kan in verband worden gebracht met hun langzamer ontwikkeling en gecompliceerder bouw.

(Gr. dendron, boom), wetenschap der winterharde houtgewassen*. (De tropische soorten zijn nog te onvolledig bekend). Circa 5000 soorten zijn reeds beschreven, hiervan ong. 600 uit WestEuropa.

onderdeel van de botanie, dat de houtige gewassen bestudeert en wel voornamelijk die, welke in de gematigde zone of in de daarmee in klimaat overeenkomende gebergten van warmere streken van het noordelijke halfrond voorkomen. Onder houtige gewassen verstaat men planten, waarbij de stengels en stammen bestaan uit een gesloten cambiumring, die naar d...