Wat is de betekenis van Delling?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Delling

v. (-en), 1. (gew.) del, inzinking van de bodem, laagte, kuil; 2. (Zuidn.) glooiing ; 3. (schild.) ornament uit twee s-vormige spiraalkoppelingen (met ongelijke spiraalritsen) bestaande, waarbij de kleine spiralen in het midden geplaatst zijn.

2025-07-25
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

delling

(zn) dal WB.

2025-07-25
Mythologische Encyclopedie

Dr. A. van Anken (1961)

DELLING

Personificatie van de avondschemering.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

delling

v. -en (laagte, inzinking v.d. bodem; kuil; Z.-N. glooiing); verg. del.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

delling

('delling) v. (-en) [del] inzinking van de bodem.

2025-07-25
Klassiek handwoordenboekje

M.J Koenen en dr. Van Anrooy (1920)

Delling

de avondschemering; hij was de tweede gemaal van Natt.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Delling

v. (-en), 1. 'del; 2. (schilderkunst), ornament bestaande uit twee spiraalkoppelingen (met ongelijke spiraalritsen) waarbij de kleine spiralen in het midden geplaatst zijn.

2025-07-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Delling

in de noorsche mythologie de Morgendauw, derde gemaal van Nott (Nacht) en vader van den Dag.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Delling

DELLING, v. (-en), (gew.) del, inzinking van den bodem, laagte, kuil; (Ind.) glooiing; — (schild.) ornament uit twee လ-vormige spiraalkoppelingen (met ongelijke spiraalritsen) bestaande, waarbij de kleine spiralen in het midden geplaatst zijn.