Défaut
gebrek; niet verschijnen voor het gerecht; les défauts de ses qualités: de keerzijde van zijn (haar) kwaliteiten
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
gebrek; niet verschijnen voor het gerecht; les défauts de ses qualités: de keerzijde van zijn (haar) kwaliteiten
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
gebrek, ontstentenis, afwezigheid; zwakke plek, opening; onvoldoendheid; fout, mankement, feil, onvolkomenheid, tekortkoming, verzuim, verkeerdheid, gebrekkigheid; le défaut de la cuirasse, de zwakke (wonde) plek; faire défaut, ontbreken; in gebreke blijven, in de steek laten, te kort schieten; niet verschijnen; à (au) dé...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jacon Kramers Jz (1948)
(Fr.) m. gebrek; het niet verschijnen voor t gerecht; vandaar: een vonnis bij ~, bij verstek; avoir les ~s de ses qualités, zijn goede hoedanigheden overdrijven.
J. Kramer (1908)
gebrek, fout; vonnis bij defaut: een buiten aanwezigheid van den beklaagde geveld vonnis, vonnis bij verstek.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: