Wat is de betekenis van Dēdĕcus?

2025-07-27
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Dēdĕcus

ŏris, n. 1. in 't alg., oneer, schande. | meton., onterende handeling, onterend gedrag; lichaamsgebrek. 2. in 't bijz., het zedelijk slechte, ondeugd.

2025-07-27
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten