Wat is de betekenis van Dēcursŭs?

2025-07-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Decursus

verloop (van een ziekte)

2025-07-29
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Dēcursŭs

ūs, m. 1 eig., het af-, neerlopen, -rennen; in decursu, op mijn uitstapje, Cic. | (als militaire term) manoeuvre, het defileren, (vijandelijk) = het neerstormen, overval; (van water) het af-, neerlopen, -stromen; (van een plaats) helling, glooiing. 2. overdr., het doorlopen (van een baan), honorum, Cic., mei temporis (ambtstij...

2025-07-29
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Decursus

(decurro, afloopen), beloop.

2025-07-29
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Decúrsus

(decurro, aflopen), verloop.