Wat is de betekenis van Décamper?

2025-07-23
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Décamper

opbreken, zich uit de yoeten maken, zijn biezen pakken, zich wegscheren, uitknijpen, ’em smeren, de plaat poetsen, er tussenuit gaan.

Gerelateerde zoekopdrachten