de pijp uitkloppen
1) (1911) (plat, oorspr. sold.) copuleren. Vanuit het standpunt van de man. • Hij gaat maar bij dat meisken om zijn pijp uit te kloppen. (Enkel om zijn driften te voldoen. — A. ). (A. de Cock: Spreekwoorden en Zegswijzen over de Vrouwen, en Liefde en het Huwelijk. 1911) • Zijn pijp uitkloppen, obsceen. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents...