Wat is de betekenis van Dat komt van ’t langepreêken?

2025-07-29
Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Dat komt van ’t langepreêken

Een wyf was in een predikatie, die wat duurde, en wist uit het gedrang niet te geraken. Ondertusschen overviel haar achterlast, met zo veel aandrang, dat zy staande zich in haare rokken iets liet ontvallen; ’t geen den liefelijksten geur niet had. Wel haast kregen de bystaanders dien snuf in den neus, en bestraften ze, met te vragen, of zy zi...