Wat is de betekenis van Damnum?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Damnum

(Lat.), schade, verlies ; —damnum emergens, zich voordoend —, geleden verlies.

2025-07-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Damnum

[Lat.] schade, verlies, nadeel.

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Damnum

schade; verlies

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Damnum

o., nadeel, schade, verlies.

2025-07-26
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Damnum

i, n. in 't alg., verlies, schade, nadeel, capitis, van de kop = van de ene hoorn aan de kop, Ov., naturae, aangeboren gebrek, Liv., damnum facere, lijden, Cic., habere alqd in damno, houden voor enz., Liv. meton., plur. damna, de verliezen = de verloren voorwerpen (aan vee en kinderen), Ov.; de verlies (geb...

2025-07-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

damnum

(Lat.) o. nadeel, schade, verlies; ~ emergens, geleden verlies.

2025-07-26
Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

DAMNUM

Schade. Damnum emergens, Geleden schade. Damnum illatum, Benadeeling, berokkende schade (RECHT).

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

damnum

damnum, - o., nadeel, schade, verlies.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Damnum

Damnum - zie Damno. Korting, verlies, schade.