dalvenaar, dalver
armoedzaaier, bedelaar, landloper, zwerver, schooier; kerel In 1844 voor het eerst opgetekend, in de Algemeene Konst- en Letterbode, in de verbinding sjofele dalfenaars (‘arme drommels’). In 1860 in de vorm talvenaar voor ‘bedelaar’. Later ook als dalfenoor en dalveneur. In de vormen dalver en dalfer...