Cum tua pervideas oculis mala lippus inunctis
cur' in ami'corum' vitiis' tam cer'nis acu'tum (Lat.), waarom ziet ge de gebreken van uw vrienden zo scherp, terwijl ge uw eigen tekortkomingen ziet als met gezalfde (zieke) ogen? (Horat., Sat. 1,3, 25). Vgl. het sprw. van de splinter en de balk.