Wat is de betekenis van Culot?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Culot

(Fr.), o., 1. standaard voor een smeltkroes in het fornuis. 2. het bezinksel in de smeltkroes.

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Culot

smeltkroesstandaard in het fornuis; bezinksel in de smeltkroes

2025-07-28
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Culot

(Fr.), hangend, kelkvormig ornament.

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Culot

onderste deel [v. lamp]; kelkvormig sieraad; bodem [v. huis, pijpekop]; bezinksel; nestvogel, -kuiken; laatste kind, heksluiter; avoir du culot, durf hebben, lef hebben, brutaal zijn.

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

culot

(Fr.) m. schoteltje onder de smeltkroes i. d. oven.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

culot

(‘ku'lo) o. (-s) [Fr. < Lat. cuius, achterste] 1. Eig. standaard voor een smeltkroes in een fornuis. 2. Metn. bezinksel in een smeltkroes.

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

culot

culot, - o., nestkuiken, laatstgeboren kind; onderste gedeelte eener lamp; bezinksel, aanzetsel.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Culot

CULOT, o. standaard voor een smeltkroes in het fornuis; het bezinksel in den smeltkroes.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

culot

culot - o. zwart aanzetsel in het onderste van een lang gebruikten pijpenkop