Culot
(Fr.), o., 1. standaard voor een smeltkroes in het fornuis. 2. het bezinksel in de smeltkroes.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Fr.), o., 1. standaard voor een smeltkroes in het fornuis. 2. het bezinksel in de smeltkroes.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
onderste deel [v. lamp]; kelkvormig sieraad; bodem [v. huis, pijpekop]; bezinksel; nestvogel, -kuiken; laatste kind, heksluiter; avoir du culot, durf hebben, lef hebben, brutaal zijn.
Jozef Verschueren (1930)
(‘ku'lo) o. (-s) [Fr. < Lat. cuius, achterste] 1. Eig. standaard voor een smeltkroes in een fornuis. 2. Metn. bezinksel in een smeltkroes.
Fokko Bos (1914)
culot, - o., nestkuiken, laatstgeboren kind; onderste gedeelte eener lamp; bezinksel, aanzetsel.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: