Wat is de betekenis van Cours?

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Cours

[Fr., van Lat. cursus = loop, ren; vgl. Eng. course] 1 loop, koers, wedren; 2 cursus.

2025-07-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Cours

loop; beloop, (voort)gang; rij [stenen]; lengte; omloop [v. geld]; koers, gangbaarheid [v. munten]; prijs, (beurs)notering; leergang, cursus, college; leerboek; capitaine au long cours, kapitein op de grote vaart; navigation au long cours, grote vaart; voyage de long cours, verre zeereis; cours moyen, middenkoers; cours de clôture, slotkoers;...

2025-07-24
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Cours

loop, wedren.

2025-07-24
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Cours

fabriekplaats in het fransche dept. Rhône, aan den Trambouze ; 4500 inw.

2025-07-24
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

cours

cours - m. zie koers