Corylópsis SIEB. et zucc
Struiken, zelden kleine bomen, met op die van Córylus gelijkende bladeren; zijnerven tot de bladrand doorlopend; steunblaadjes groot en spoedig afvallend. Bloemen 2-slachtig, geel, in okselstandige aren langs vorigjarig hout, aan de basis omgeven door grote schutbladen, 5-tallig met kelk- en kroonbladen, meeldraden van onderen verdikt, staminodiën...