Wat is de betekenis van Copiëren?

2025-07-28
Jargon & Slang van Zendamateurs

Marc De Coster (2017)

Copiëren

Copiëren - ontvangen, begrijpen (van een boodschap). Eng. to copy.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Copiëren

v., kopiearje, ôfskriuwe, útskriuwe, neiskriuwe.

2025-07-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Copiëren

in het algemeen het maken van een afschrift, in het bijzonder met behulp van een copieerpers of -machine van stukken, geschreven met copieerinkt, welke onder druk gemakkelijk een of meer afdrukken geven op dun papier. De methode is bijna geheel verdrongen door de doorslagen der schrijfmachine.

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

copiëren

afschrijven; natekenen of naschilderen; namaken.

2025-07-28
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

COPIËREN

Op de handelskantoren e.a. dient men afschrift te houden van alle uitgaande brieven en daar het afschrijven veel tijd vereiste gebruikte men er copieerpersen. Men schreef nl. een brief met copieerinkt op een blad papier en bracht het schrift over op de rugzijde van doorschijnend copieerpapier, door beide op elkaar onder de c...

2025-07-28
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

copiéren

Describere, exscribere.