Wat is de betekenis van Copier?

2025-07-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

copier

(zelfstandig naamwoord) [alg.] kopieerapparaat, kopieermachine - Hoezo alles overschrijven? We hebben toch een kopieerapparaat!

2025-07-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Copier

I. af-, overschrijven, natekenen, nabootsen, namaken, nadoen, getrouw weergeven, copiëren; II. se copier, in herhaling vervallen.

2025-07-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Copier

1 na-, afschrijver; 2 nabootser, naaper; 3 copieermachine.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Copier

Andries Dirk, Ned. sierkunstenaar, *11.11. 1901 Leerdam. Copier studeerde o.a. aan de Typografische School te Utrecht en aan de Academie voor Technische Wetenschappen te Rotterdam. Hij was esthetisch leider van de Glasfabriek Leerdam. Hij ontwierp sieren gebruiksglazen, alsmede glasplastieken. Behalve ontwerper was hij ook glasblazer. In 1940 richt...

2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)