Wat is de betekenis van Conjugaal?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Conjugaal

(<Fr.-Lat.), bn. bw., echtelijk.

2025-07-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Conjugaal

[Lat. conjugalis, van conjugare = samenbinden, van jungere, junctum = verbinden] het huwelijk betreffend.

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Conjugaal

(konjugaal) echtelijk

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Conjugaal

echtelijk

2025-07-27
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Conjugaal

tot het huwelijk behorend.

2025-07-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

conjugaal

echtelijk, huwelijks-.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

conjugaal

bn. (Fr. [Lat. conjugalis]: echtelijk): het conjugale leven. (j = j).

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

conjugaal

enz. →: konjugaal enz.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Populaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Conjugaal

bij echtgenooten voorkomend.

Gerelateerde zoekopdrachten