Wat is de betekenis van Comptant?

2025-07-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Comptant

I. gereed, contant [geld]; II. gereed geld, contanten; acheter au comptant, contant kopen.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

comptant

zie contant.

2025-07-26
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

comptant

(kontant), baar (geld).

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

comptant

➝contant.

2025-07-26
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Comptant

Comptant - zie contant.

2025-07-26
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Comptant

Zie Contant.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Comptant

COMPTANT, CONTANT, bn. gereed, baar: comptant geld; dat is zoo goed als comptant geld, zeer solide; — comptante betaling, geschiedt dadelijk (ook wel binnen eene maand); ook een contante handel; — contante zaken, (effectenhandel) waarvan de levering en betaling binnen vier dagen geschiedt; ook contante oplevering, binnen 21 dagen te le...

2025-07-26
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Comptant

zie Factuur en Contant.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

comptant

comptant - zie contant