Wat is de betekenis van Codille?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Codille

(Fr.), I. zn. v., dubbel verlies in het omberen quadrillespel, wanneer de tegenpartij meer slagen behaalt dan de speler ; II. bn. bw., (in het omberspeL enz.) ik ben codille, ik ben weg, ik kan het toch niet winnen ; — fig.: hij is codille, ’t is mis met hem; — hij heeft het codille verloren, finaal, reddeloos verloren.

2025-07-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Codille

dubbel verlies in het omberspel; verloren (kaartsp.)

2025-07-23
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

codille

v). dubbel verlies bij het omberspel, wanneer de speler minder slagen haalt dan één van de belde tegenspelers alleen; (ook;) geruïneerd, bedorven.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

codille

Fr. v. Sp. codlllo, Lat. caudicula = staartje, 1. v. (verlies i. h. omberspel bij uitbr. in andere kaartspelen); 2. bn.: hij is codille, hij heeft minder slagen dan één zijner beide tegenspelers en betaalt dubbel; fig. hij is totaal verloren; als bw.: de weddenschap verliezen, finaal; lees ko-diel-je.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

codille

(ko'di:ljə) I. v. [Fr. < Lat. cauda, staart] verlies in het omberspel en in andere kaartspelen. II. bn. 1. totaal verloren : hij is -. 2. bw. finaal, reddeloos : verloren.

2025-07-23
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Codille

D.i. in het kaartspel, bijv. het omberen, de dubbele inzet of boete, wanneer de speler minder slagen haalt dan de tegenspelers en dus reddeloos verloren heeft, ‘weg’ is; vandaar iets codille zijn, iets onherroepelijk kwijt zijn (Ndl. Wdb. III, 2058). Vgl. ‘Kapot’.

2025-07-23
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

codille

codille - v., in het omberspel een partij verliezen, omdat men minder slagen heeft gehaald dan een der beide tegenspelers ;ook: het geruïneerd zijn.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Codille

1. CODILLE, v. stof vervaardigd uit de vezels van het worteleinde van den hennep. 2. CODILLE, v. dubbele inzet in het omber- en quadrillespel, wanneer de tegenpartij meer slagen behaalt dan de speler. 3. CODILLE, bn. bw. (in het omberspel, enz.) ik ben codille, ik ben weg, ik kan het toch niet winnen; — hij is codille, hij heeft het zijne ve...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

codille

codille - v. dubbel verlies (in zekere kaartspelen). codille, bijw. verloren, bedorven, geruïneerd