Wat is de betekenis van Cneudt, richard de?

2025-07-28
Lexicon Nederlandse auteurs

Josien Moerman (1984)

Cneudt, richard de

(1877-1959) VI. dichter, was van 1919-'37 leraar te Rotterdam. Hij schreef melancholieke natuurpoëzie: Wijding 1902, Naar lichtende wegen 1912, De stille bloei 1925, Mijn hart verlangt 1942, Liederen der bezinning 1952, en de autobiografische roman Het geluk 1905.

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Cneudt, richard de

Cneudt, richard de - Vlaamsch dichter; *1877 te Gent, waar hij leeraar is. Schreef verschillende bundels gedichten, meest sonnetten, overwegend beschrijving en natuursymboliek, goed bewerkt maar nogal vlak en onpersoonlijk; verder een roman, novellen en tooneelwerk. Werken: Gevoel en Phantasie (1895); Van Dichterleven (1898); Wijding (1903); Langs...