Clavis
(Lat.), v., (muz.) sleutel.
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Verticale sierboorden op een dalmatiek, lopend van zoom naar zoom over elke schouder. Van overeenkomstig materiaal is op borsthoogte een horizontaal verbindingsstuk aangebracht. Komt voort uit de banden op een Romeinse tunica, die de status van de drager aangaven.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
is, f. sleutel, claves uxori adimere, van zijn vrouw scheiden, Cic.; grendel; drijfstok (van een hoepel).
Winkler Prins (1949)
(Lat.: sleutel). (1) oorspronkelijk: orgeltoets; (2) teken vóór aan de notenbalk; (3) klep op blaasinstrument.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Clavis - (Lat., = sleutel), 1° de naam, dien men oorspronkelijk aan de toetsen van het orgel gaf. Inderdaad heeft de toets overeenkomst met een sleutel: het is de sleutel, die den klank ontsluit. Uit c. ontstond het woord klavier, hetgeen dus toetseninstrument beteekent. 2° Een speciaal woordenboek (klapper) voor een Klassiek auteur of de H...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: