Wat is de betekenis van Clavis?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Clavis

(Lat.), v., (muz.) sleutel.

2025-07-29
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

clavis

Verticale sierboorden op een dalmatiek, lopend van zoom naar zoom over elke schouder. Van overeenkomstig materiaal is op borsthoogte een horizontaal verbindingsstuk aangebracht. Komt voort uit de banden op een Romeinse tunica, die de status van de drager aangaven.

2025-07-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Clavis

[Lat.] (muz.) sleutel.

2025-07-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Clavis

muzieksleutel; klep op blaasinstrument

2025-07-29
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Clāvis

is, f. sleutel, claves uxori adimere, van zijn vrouw scheiden, Cic.; grendel; drijfstok (van een hoepel).

2025-07-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Clavis

(Lat.: sleutel). (1) oorspronkelijk: orgeltoets; (2) teken vóór aan de notenbalk; (3) klep op blaasinstrument.

2025-07-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

clavis

(Lat.) v. sleutel; notensleutel; zie claves. claxon. m. soort autotoeter.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

clavis

v. claves (Lat. [noten]sleutel).

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Clavis

Clavis - (Lat., = sleutel), 1° de naam, dien men oorspronkelijk aan de toetsen van het orgel gaf. Inderdaad heeft de toets overeenkomst met een sleutel: het is de sleutel, die den klank ontsluit. Uit c. ontstond het woord klavier, hetgeen dus toetseninstrument beteekent. 2° Een speciaal woordenboek (klapper) voor een Klassiek auteur of de H...