Circŭlus
i, m. cirkel, kring; in ’t bijz., baan (der sterren). | meton., een cirkelvormig lichaam, ring, ketting, hoepel; gezelschap, vergadering.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
i, m. cirkel, kring; in ’t bijz., baan (der sterren). | meton., een cirkelvormig lichaam, ring, ketting, hoepel; gezelschap, vergadering.
Stephanus Axters (1937)
Kring, omtrek. Circulus difformis, Wankringredeneering, wancirkelredencering. Circulus uniformis, Eigenlijke kringredeneering, eigenlijke cirkelredeneering. Circulus vitiosus, Cirkelredeneering, FRAENKEL 17 (INLEIDING), kringredenering, sluitrede in kringloop.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Herman Pinkhof (1923)
(verkleinvorm van circus, kring). C. arteriosus Halleri, = c. vasculosus n. optici. C. arteriosus iridis major et minor, groote en kleine slagaderkring van het regenboogvlies, gevormd door de Aa. ciliares post. longae van het corpus ciliare. C. arteriosus Willisii, een vaatkrans rondom het Turksche zadel, bestaande uit de beide Aa. cerebri post. (e...
dr. H. Pinkhof (1923)
(verkleinvorm van circus, kring). C. arteriósus Halleri, = c. vasculosus n. optici. C. arterjósus iridis major et minor, grote en kleine slagaderkring van het regenboogvlies, gevormd door de Aa. ciliares post. longae van het corpus ciliare. C. arteriósus Willisii, een vaatkrans rondom het Turkse zadel, bestaande uit de beide Aa...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: