cibarius
cibárius (-a, -um), - van Lat. cibus, spijs: als spijs genuttigd.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
1. tot de spijs behorend. | s u b s t., cĭbārĭa, ōrum, n. voedings- of levensmiddelen, voeder, onderhoud (voor mensen en vee); rantsoen (voor soldaten); graan (voor de magistraten in de provincie). 2. meton., gewoon, alledaags, van de minste qualiteit, panis, zwart brood, Cic.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: