Wat is de betekenis van chromomeer?

(<Gr.), o. (...meren), naam van zekere bolvormige verdikkingen in de chromosomen.

chromomeer - Zelfstandignaamwoord 1. (biologie) bolvormige verdikking in de chromosomen Woordherkomst met het voorvoegsel chromo- en met het achtervoegsel -meer

(G., meros = deel), onderdeel van chromosoom; goed kleurbare korrels of banden, als parelsnoeren in rijtjes op chromonema, karakteristieke ligging voor elk chromosoom. Hier liggen de genen.

In het beginstadium van een 'kerndeling, en jonge prophase, zijn de chromosomen nog langgestrekt draadvormig (later, in de metaphase, zijn ze veel korter en dikker). Zo’n dunne chromosoomdraad of chromonema is geen volkomen gladde draad, maar vertoont meestal, het duidelijkst in de prophase van de eerste reductiedeling, een aaneengeschak...

een gekleurd deeltje, in het bijzonder een korreltje chromatine van een chromosoom.

kleinste vormelement van een chromosoom, zie ald.

[→Gr. meros, deel], o. (-meren), een bolvormige verdikking in de chromosomen. (e)Chromomeren zijn de sterk kleurbare ‘korrels’ (mogelijk zijn het plaatsen waar het chromosoom sterker gespiraliseerd is) die tijdens de →profase (bij de reuzenchromosomen steeds) met karakteristieke grootte en positie zichtbaar zijn.