Wat is de betekenis van Charlie Chaplin?

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Charlie Chaplin

(2004) (sch.) klein toefje schaamhaar. Vgl. afro*; brillospons*; Einstein*; hairy* popper; junglestrip*; kokosmat*; landingsbaantje*; liefdesbos*; magische* driehoek; patchoelie*; peterseliebed*; pluchen* hoed; wolk*. • Ze dacht even aan haar eigen meiden, maar las toen alweer over de nieuwste trend in lichaamsbeharing: ‘helema...

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Charlie chaplin

sir (sinds 1975) Charles Spencer, Engels-Amerikaans filmacteur en -regisseur, *16.4.1889 Londen, +25.12.1977 Corsier-sur-Vevey (Zwitserland). In de laatste periode van zijn leven schreef hij twee autobiografische boeken: My autobiography (1964) en My life in pictures (1974).