Wat is de betekenis van Centupleren?

Van Dale Uitgevers (1950)

Centupleren

(centupleerde, heeft gecentupleerd), (<Fr.), verhonderdvoudigen, met honderd vermenigvuldigen.

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

[Fr. centupler van Lat. centuplex = honderdvoudig, van centum = 100, en plicare = vouwen] verhonderdvoudigen.

Jan Meulendijks (1993)

verhonderdvoudigen

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

verhonderdvoudigen

Jacon Kramers Jz (1948)

verhonderdvoudigen.

Jozef Verschueren (1930)

(centupleerde, heeft gecentupleerd) [Fr. < Lat. centuplum, honderdvoudige] verhonderdvoudigen.

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

[Fr. centupler] (centupleerde, heeft gecentupleerd), verhonderdvoudigen, met honderd vermenigvuldigen.

Gerelateerde zoekopdrachten