Celstof
v., 1. cellulose; 2. uit cellulose vervaardigde stof (weefsel).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Veerman (1954)
1. (chem.) Verouderd woord voor cellulose, de stof, waaruit de wand der plantencellen aanvankelijk grotendeels bestaat. 2. (technologie) C. vormt de grondstof voor de papier- en rayon-(kunstzijde-) industrie. Ze wordt verkregen uit: (1) naaldhout; (2) graanstro (tarwe, rogge, haver, gerst, rijst); (3) esparto-gras, riet, bamboe en de '...
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
de benaming voor een uit ruwe cellulose bestaande vezelmassa, volgens de techniek der papierindustrie uit hout en stro gewonnen; wordt wegens sterk absorberend vermogen veel als verbandmiddel gebruikt.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
of cellulose noemt men in techniek de uit cellulosehoudende natuurproducten (hout, stro, enz.) gewonnen houtstofvrije substantie, die voor een zeer groot gedeelte uit min of meer zuivere cellulose (in de chemische zin van het woord) bestaat.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m., 1. in technische zin vezelstof, bestaande uit min of meer zuivere cellulose, verkregen bij de chemische ontsluiting van hout of andere plantaardige vezels; 2. uit cellulose vervaardigde stof (weefsel). De celstof voor de vervaardiging van papier wordt door een kookproces in een zuur procédé (zie sulfietcelstof) òf in e...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: